Wat betekent het om op de Heer te roemen?

Wat betekent het om op de Heer te roemen? Antwoord



De zinsnede roemen op de Heer wordt gevonden in 1 Korintiërs 1:31, waar Paulus, Jeremia 9:24 aanhaalt, zegt: Laat degene die roemt op de Heer roemen. Het lijkt misschien vreemd om opscheppen als goed te beschouwen; het woord tenslotte opscheppen betekent zich opblazen in spraak, en trots wordt in de Schrift veroordeeld (bijv. Spreuken 11:2). Paulus heeft het duidelijk niet over zondig opscheppen. De Bijbel keurt opschepperij nooit goed.



Sommige predikers hebben de betekenis van de uitdrukking opscheppen in de Heer verdraaid om een ​​misleidende boodschap te ondersteunen. De uitdrukking wordt tegenwoordig vaak gehoord in het welvaartsevangelie en de Word of Faith-bewegingen. Vaak wordt het geciteerd uit Psalm 34:2 in de KJV, Mijn ziel zal haar laten roemen in de HEER, en het wordt gebruikt in de context van opscheppen over wereldse bezittingen of om een ​​wonder tot bestaan ​​te spreken. Het idee is dat als je een materiële behoefte hebt, je moet opscheppen dat je al aan die behoefte hebt voldaan. Zulk opscheppen is een bewijs van geloof (zo zeggen ze), en dat geloof zal God verheerlijken als je belijdenis een zegen tot bestaan ​​spreekt. Dit is zeer beslist niet wat David en Paulus bedoelden.





De uitspraak van Paulus over roemen in de Heer heeft niets te maken met wereldse bezittingen of met het veranderen van de werkelijkheid. De context betreft Gods vermogen om Zichzelf te verheerlijken, zelfs in onze zwakheid. Toen u tot redding werd geroepen, waren niet velen van u wijs naar menselijke maatstaven; niet veel waren invloedrijk; niet veel waren van adellijke afkomst. Maar God koos de dwaze dingen van de wereld uit om de wijzen te beschamen; God koos de zwakke dingen van de wereld om de sterke te beschamen. God koos de nederige dingen van deze wereld en de verachte dingen - en de dingen die niet zijn - om de dingen die zijn teniet te doen, zodat niemand voor hem kan roemen. Door hem bent u in Christus Jezus, die voor ons wijsheid van God is geworden, dat wil zeggen onze gerechtigheid, heiligheid en verlossing (1 Korintiërs 1:26-30). Wat voor goeds er ook uit onze bediening voortkomt, we hebben geen reden om op te scheppen, want menselijk gesproken zijn we zwak, dwaas, nederig en veracht. Alle eer gaat naar God en God alleen (zie Jesaja 42:8).



Echt opscheppen in de Heer is eigenlijk opscheppen van de Heer – opscheppen over Zijn grote eigenschappen, opscheppen over wat Hij voor ons heeft gedaan, wat Hij nog steeds doet en wat Hij heeft beloofd te doen. Zoals Jeremia 9:23-24 zegt: Zo zegt de HEER: 'Laat de wijze niet roemen op zijn wijsheid, laat de sterke niet roemen op zijn macht, laat de rijke niet roemen op zijn rijkdom, maar laat hem die roemt roem hierin, dat hij mij begrijpt en kent, dat ik de HEER ben die standvastige liefde, gerechtigheid en gerechtigheid op aarde beoefent. Want in deze dingen heb ik behagen’, zegt de HEER.





Top