Wat betekent het dat we geschapen zijn voor goede werken (Efeziërs 2:10)?

Wat betekent het dat we geschapen zijn voor goede werken (Efeziërs 2:10)?

Als de Schrift zegt dat we zijn geschapen voor goede werken, betekent dit dat God een doel en plan voor ons leven had, zelfs voordat Hij ons schiep. Hij heeft ons ontworpen om goede werken te doen die Hem zouden verheerlijken en anderen tot zegen zouden zijn. We zijn niet gemaakt om egoïstisch of lui te zijn, maar om hard te werken en behulpzaam te zijn. Goede werken zijn niet zomaar daden van liefdadigheid of dienstbaarheid; het zijn alle acties die het karakter van God weerspiegelen. Als we goede werken doen, tonen we zijn liefde, barmhartigheid en gerechtigheid aan de wereld.

Antwoord geven





In Efeziërs 1-3 legt Paulus de nieuwe positie van de gelovige (als zijnde in Christus) en de implicaties van die positie uit. In de tweede helft van de brief (Efeziërs 4-6) daagt Paulus gelovigen uit om te wandelen op een manier die die roeping waardig is. Een belangrijk scharnierpunt tussen positie en praktijk is de realiteit dat we zijn gemaakt voor goede werken (Efeziërs 2:10, ESV).



In Efeziërs 1 legt Paulus uit hoe elke Persoon van de Drie-eenheid heeft gewerkt om onze nieuwe positie in Christus te bereiken: de Vader bepaalt (Efeziërs 1:4), de Zoon verlost door Zijn bloed (Efeziërs 1:7) en de Heilige Geest verzegelt (Efeziërs 1:13-14). Vervolgens bidt hij dat gelovigen de geweldige zegen zullen begrijpen die God voor hen heeft voorzien (Efeziërs 1:15-23). In hun vorige verloren staat wandelden mensen volgens hun gevallen natuur, die zondig was (Efeziërs 2:1-3). Paulus biedt nogal een contrast als hij uitlegt dat we in onze nieuwe positie geschapen zijn om goede werken te doen (Efeziërs 2:10).



Paulus legt uit hoe mensen van de staat van verloren zijn, van van nature kinderen des toorns, en van dood zijn in overtredingen en zonden, naar deze nieuwe, verheven positie in Christus gingen. Door Gods barmhartigheid en liefde (Efeziërs 2:4) heeft Hij ons levend gemaakt in Christus, zelfs toen we nog dood waren in onze zonden (Efeziërs 2:5). Met andere woorden, we hebben het niet verdiend. We waren niet in staat om enige gerechtigheid te tonen of enige verdienste te verschaffen - God heeft dit bereikt door Zijn genade en barmhartigheid. We zijn opgewekt om met Christus te zijn en hebben een nieuwe positie van burgerschap met Christus in de hemel (Efeziërs 2:6). God deed dit allemaal voor Zijn eigen glorie (of de demonstratie van Zijn karakter, Efeziërs 2:7).





Hoe God onze redding tot stand heeft gebracht, gaat ons begrip misschien te boven, maar Paulus geeft een eenvoudige formule om ons te helpen begrijpen wat God deed: door Gods genade (onverdiende goedheid) zijn we gered (verlost van verlorenheid en zijn gerechtigheid gegeven). Dit is Zijn geschenk, en niet iets dat we hebben verdiend (Efeziërs 2:8). Paul herhaalt dat we het niet hebben verdiend; anders zouden we verheerlijkt worden in plaats van God (Efeziërs 2:9). Door ons nieuw leven te geven, heeft God ons nieuw gemaakt als Zijn maaksel, ons in Christus Jezus geschapen voor goede werken die Hij ontwierp voordat deze bevrijding plaatsvond (Efeziërs 2:10).



Opmerkelijk genoeg heeft God ons geschapen voor goede werken, niet omdat goed werk. We werden niet gered door onze goede werken; eerder, Hij redde ons voor goed werk. Dit is zo'n bevrijdend en bemoedigend feit voor gelovigen. Goede werken zijn belangrijk in het leven van de gelovige - daar zijn we voor gemaakt. Maar ze zijn niet de basis van ons leven of de oorzaak van onze redding. Omdat we rechtvaardig zijn gemaakt en nieuw leven hebben, kunnen we God behagen. Zoals de auteur van Hebreeën het stelt: Zonder geloof is het onmogelijk God te behagen (Hebreeën 11:6) - toch legt diezelfde auteur uit dat gelovigen God kunnen behagen (Hebreeën 13:16). Paulus vertelt de Thessalonicenzen dat ze God behagen door hun gedrag (1 Thessalonicenzen 4:1), maar hij herinnert hen eraan om nog meer uit te blinken.

God heeft ons geschapen als nieuwe schepselen zodat we met Hem kunnen wandelen en vrucht kunnen dragen (Johannes 15:5; 17:3). We zijn gemaakt voor goede werken - doen wat God behaagt - in plaats van te leven volgens onze oude verlorenheid. Het is belangrijk dat gelovigen Gods ontwerp vervullen, aangezien we zijn gemaakt voor goede werken (Efeziërs 2:10).



Top