Wat betekent het om sluw verzonnen fabels te volgen (2 Petrus 1:16)?

Wat betekent het om sluw verzonnen fabels te volgen (2 Petrus 1:16)?

De zinsnede 'het volgen van slim bedachte fabels' is te vinden in 2 Petrus 1:16, waar staat: 'Want wij hebben geen slim bedachte fabels gevolgd toen wij u de kracht en komst van onze Heer Jezus Christus verkondigden, maar waren ooggetuigen van zijne Majesteit.' De uitdrukking verwijst naar valse leringen en verzinsels die werden gemaakt om mensen te misleiden. Het vers waarschuwt gelovigen om dergelijke leringen niet te volgen en in plaats daarvan hun geloof in Jezus Christus en de waarheid van het evangelie te stellen.

Door de geschiedenis heen zijn mensen in de verleiding gekomen om onwaarheden te geloven en deze te gebruiken om anderen te manipuleren. Deze valse leringen komen vaak in de vorm van verhalen, legendes en mythen. Ze kunnen gevaarlijk zijn omdat ze mensen wegleiden van de waarheid van het evangelie en naar de leugens van de vijand. In 2 Petrus 1:16 waarschuwt de apostel Petrus zijn lezers om zich niet te laten misleiden door deze 'sluw verzonnen fabels' en in plaats daarvan te vertrouwen op de kracht en komst van Jezus Christus.



Het vers herinnert ons eraan dat de waarheid van het evangelie de enige weg naar redding is. Valse leringen lijken misschien aantrekkelijk en zelfs overtuigend, maar ze leiden alleen maar tot vernietiging. Gelovigen moeten onderscheidingsvermogen hebben en vertrouwen op de waarheid van de Bijbel om misleiding te voorkomen. Door Jezus en zijn leringen te volgen, kunnen we verzekerd zijn van eeuwig leven en vrede.



2 Petrus 1:16 dient als een herinnering om op de hoogte te zijn van valse leringen en er niet door misleid te worden. We moeten ons vertrouwen stellen in Jezus en de waarheid van het evangelie. Door volgens Zijn Woord te leven, kunnen we verzekerd zijn van redding en eeuwig leven.







In zijn tweede brief legt Petrus uit dat christenen niet zomaar in slim bedachte fabels geloven: “Wij zijn geen slim bedachte fabels nagevolgd toen wij u de kracht en komst van onze Heer Jezus Christus verkondigden, maar waren ooggetuigen van zijn majesteit” (2 Petrus 1:16, NBG). Petrus en de andere discipelen verzonnen geen fabels of mythen; ze legden eerder vast wat ze zagen en hoorden. Petrus wijst erop dat ze eigenlijk daar op de berg waren toen Christus was getransfigureerd (of verheerlijkt), en ze hoorden de Vader Christus bevestigen, zeggende: 'Dit is mijn geliefde Zoon in wie ik zeer tevreden ben' (2 Petrus 1:17-18, ESV).



Petrus kon op zijn eigen persoonlijke ervaring steunen, net als de andere discipelen, om vol vertrouwen te zeggen dat christenen niet zomaar sluw verzonnen fabels geloven. Peter doet echter een beroep op iets dat nog betrouwbaarder is dan hun ervaring. Petrus voegt eraan toe dat de profetische boodschap nog zekerder is (2 Petrus 1:19). Gods openbaring in de Schrift is een nog betrouwbaardere en betrouwbaardere manier om de waarheid over God te leren kennen. Hoe betrouwbaar de ervaring van Petrus ook was, het geschreven Woord van God is nog betrouwbaarder.



Terwijl Petrus wijst op de zekerheid van profetie in de Schrift, herinnert hij zijn lezers eraan dat de profeten zelf op God vertrouwden, niet op hun eigen inzicht (2 Petrus 1:20). Petrus legt uit dat de profetieën niet zijn gemaakt door menselijke wil, maar door de Heilige Geest die de schrijvers bewoog. De profeten hebben het Woord van God nauwkeurig vastgelegd (2 Petrus 1:21).



Christenen geloven in echte historische gebeurtenissen waarbij echte historische personen betrokken zijn. Ze geloven niet alleen in slim bedachte fabels. Petrus helpt ons een belangrijk principe over het interpreteren van de Bijbel te begrijpen. Lezers bepalen de betekenis van de Bijbel niet; de auteur doet. Vaak vragen mensen: “Wat betekent de tekst mij ?” maar Petrus geeft ons een betere vraag om te stellen: 'Wat zei God?' De betekenis van een passage is voor de ene lezer niet anders dan voor de andere, omdat het van de Heilige Geest is en is opgetekend door de mannen die Hij uitkoos om door te spreken. Zeker, er zijn verschillende toepassingen gebaseerd op de situatie van een lezer, maar de betekenis verandert niet. Het betekent wat het zegt.

Vanwege de zekerheid en betrouwbaarheid van de Bijbel kunnen christenen erop vertrouwen dat de Schrift hen nauwkeurig zal leiden (zie Psalm 119:105). Wat ze op die pagina's lezen, is geen verzameling sluw verzonnen fabels. Jezus genas echt de zieken, onderwees de menigten, stierf en stond weer op. Dit zijn feiten uit de geschiedenis .

Petrus herinnert ons er ook aan dat, zelfs als we onzeker zijn of twijfelen aan onze ervaring, we zeker kunnen zijn van wat God heeft gezegd. We behoren ons geloof en begrip vorm te geven door wat de Schrift zegt. Zonder de zekerheid die de Bijbel biedt, zouden we geen maatstaf hebben om de waarheid te onderscheiden van sluw verzonnen fabels. Zoals het nu is, hebben we 'iets volkomen betrouwbaars, en [we] zullen er goed aan doen er aandacht aan te schenken, als aan een licht dat schijnt in een donkere plaats, totdat de dag aanbreekt en de morgenster opgaat in [ons] hart' ( 2 Petrus 1:19). Die boodschap, zegt Peter, is nog betrouwbaarder dan onze eigen ervaring.



Top