Wie was Crispus in de Bijbel?
Crispus was een prominente figuur in de Bijbel die bekend stond om zijn geloof en leiderschap. Hij was een man van God die zijn volk liefhad en diende. Crispus was een geweldig voorbeeld van wat het betekent om een volgeling van Christus te zijn. Hij was gehoorzaam aan God, zelfs toen het hem zijn leven kostte. Crispus is een inspiratie voor iedereen die een leven wil leiden dat God behaagt.
Antwoord geven
Crispus was een leider van de synagoge in Korinthe, Griekenland (Handelingen 18:8). Hij was een joodse religieuze leider, maar werd een gelovige in Jezus nadat Paulus het evangelie met de Korinthiërs had gedeeld. De bekering van Crispus vond plaats tijdens de tweede zendingsreis van Paulus.
De synagoge waar Crispus de leider van was, had elke sabbat haar deuren geopend voor Paulus, en de apostel maakte van de gelegenheid gebruik om te getuigen dat Jezus de Messias was (Handelingen 18:5). Maar na een onbepaald aantal weken kwamen de ongelovige Joden in die synagoge Paulus tegen en werden beledigend (vers 6). Op dat moment schudde Paul uit protest zijn kleren uit en zei tegen hen: 'Uw bloed zij op uw eigen hoofden! Ik ben er onschuldig aan. Van nu af aan zal ik naar de heidenen gaan (vers 6). Bij het verlaten van de synagoge van Crispus ging Paulus ernaast en begon te prediken in het huis van Titius Justus. Crispus en zijn hele huis verlieten ook de synagoge en volgden Paulus, gelovend in de Heer Jezus (Handelingen 18:7). Later probeerde Sosthenes, de man die Crispus verving als leider van de synagoge, Paulus in moeilijkheden te brengen, maar werd terecht afgewezen door de Romeinse proconsul (verzen 12-17).
Er is verder weinig bekend over Crispus. Hij wordt genoemd in een van de brieven van Paulus aan de gemeente in Korinthe. In deze brief leren we dat Crispus een van de weinige mensen was die Paulus doopte (1 Korintiërs 1:14-16). Van alle gelovigen in Korinthe had Paulus alleen Crispus, Gajus en het huisgezin van Stephanas gedoopt; en hij gebruikte dat feit om aan te tonen dat het zijn voornaamste doel was om het evangelie te verkondigen, niet om te dopen (1 Korintiërs 1:17). Deze uitspraak van Paulus is een sterk argument tegen het idee van wedergeboorte door de doop, dat inhoudt dat de doop noodzakelijk is voor redding. Als dat zo was, zou Paul de twee niet zo duidelijk hebben gescheiden.
Volgens de overlevering diende Crispus later als bisschop van Chalcedon en werd hij gemarteld vanwege zijn geloof. De rooms-katholieke en oosters-orthodoxe kerken hebben Crispus heilig verklaard en hem tot heilige Crispus van Chalcedon verklaard. Crispus was een heilige, net als allen die in Christus Jezus gedoopt zijn (Romeinen 6:3; Galaten 3:27; 1 Korintiërs 12:13). De Schrift verklaart geen specifieke personen als heiligen; in plaats daarvan noemt de Bijbel iedereen in het lichaam van Christus heiligen (Efeziërs 1:1; Kolossenzen 1:2; 2 Korintiërs 9:1; Openbaring 11:18). Alles wat God nodig heeft om heilig te zijn, is geloof in Zijn Zoon, de Heer Jezus Christus (Romeinen 10:9-10).