Wie was Zippora in de Bijbel?

Wie was Zippora in de Bijbel? Antwoord



Zippora in de Bijbel was de vrouw van Mozes en de dochter van Jethro, de priester van Midian. Toen Mozes uit Egypte naar het land Midian vluchtte, ontmoette hij de zeven dochters van Jetro, die moeite hadden om genoeg water voor hun kudden te krijgen (Exodus 2). In dat gebied werden de troggen voor het drenken van kuddes gemonopoliseerd door enkele herders die de dochters van Jethro de toegang tot de troggen ontzegden. Mozes hielp de vrouwen door de herders weg te jagen zodat hun kudden water konden krijgen. Zippora was een van de zusters die door Mozes werden geholpen.



Zippora en haar zussen brachten Mozes terug naar hun tent om hun vader te ontmoeten, de priester van Midian, die van Mozes hield. Mozes was tevreden om daar in Midian te blijven (Exodus 2:21). Mozes trouwde later met Zippora en begon een nieuw leven. Zippora baarde een zoon. Mozes noemde hem Gersom, een naam die klinkt als het Hebreeuwse woord dat daar buitenlander betekent. Gersoms naam herinnerde ons eraan dat Mozes een buitenlander was en onder buitenlanders leefde. Later had Zippora nog een zoon, Eliëzer genaamd (Exodus 18:4).





Verderop in het boek Exodus staat een vreemde passage over Zippora. Mozes en zijn vrouw reizen naar Egypte omdat God tegen Mozes had gezegd dat hij de Israëlieten uit de slavernij moest halen (Exodus 3). Onderweg stoppen Mozes en Zippora bij een herberg, en de Heer ontmoet Mozes daar, op zoek naar hem te doden. Zippora besefte dat Mozes in levensgevaar verkeerde, nam een ​​scherpe steen en besneed haar zoon. Ze pakt de voorhuid van haar zoon en terwijl ze de voeten van Mozes ermee aanraakt, spreekt ze de raadselachtige uitspraak uit: Je bent zeker een bruidegom van bloed voor mij! (Exodus 4:25). Haar actie werkte. Na Zipporah's tussenkomst liet de Heer Mozes met rust. De Bijbel legt niet expliciet uit waarom de Heer Mozes wilde doden, maar dat was waarschijnlijk omdat Mozes het ritueel van de besnijdenis niet had uitgevoerd. Besnijdenis was een belangrijk symbool van het Abrahamitische verbond, en het ontbreken van besnijdenis zou een persoon markeren als afgesneden van Gods volk (Genesis 17:9-14). Dat Mozes zijn zoon niet besneed, was een belediging voor God, alsof hij zei dat hij en zijn gezin niet echt aan God toebehoorden. Hoe kon Mozes een effectieve leider van Gods volk zijn als hij Gods duidelijke gebod overtrad?



Zippora's woorden aan Mozes zijn raadselachtig, maar de tekst legt uit dat ze 'bloedbruidegom' zei, verwijzend naar de besnijdenis (Exodus 4:26). Het lijkt erop dat Zipporah boos was omdat hij de rite moest uitvoeren, die door Mozes had moeten worden voltooid. Enige tijd na dit incident stuurde Mozes Zipporah en zijn twee zonen terug naar Midian om bij Zipporahs vader te blijven (zie Exodus 18:2–3).





Top